Perfecte wintersoep. Met een minestrone maak je al je restjes op: wortel, knolselderij, een halve paprika, ui, sperzieboontjes die nog in de vriezer liggen, stukje prei, blikje bonen, restje kool, allerlei restjes pasta, verloren aardappeltje, verzin ’t maar. Onmisbaar: 1 of 2 blikken gepelde tomaat en parmezaanse kaas. Uitgebakken chorizo of spekjes zijn ook lekker. Vegetarisch kan ook, maar vergeet dan zeker geen knoflook en gerookt paprikapoeder.
Expres teveel maken, zodat je met de overgebleven bietjes en aardappelen de volgende dag een salade kan maken. In fijne blokjes snijden, met, bijvoorbeeld, appel, augurkjes, een heel fijn gesnipperd uitje, peterselie. En dan mengen met half mayo half Turkse yoghurt, mosterd, een beetje honing of diksap, wat peper en zout.
Heb je te veel rijst gekookt, dan heb je verder geen excuus meer nodig. Maak deeg van 200 gram bloem, een beetje gist, een deciliter lauwe melk, 20 gram boter, 12 gram suiker, een beetje zout en een eidooier. Laat het rijzen, bekleed er dan een taartvorm mee en laat opnieuw een tijdje rijzen. Prik hier en daar in met een vork.
Maak rijstepap van rijst, melk, 100 gram suiker. Je kan er ook wat kaneel, vanillesuiker en geraspte appel aan toevoegen. Laat een beetje afkoelen. Sla 2 eidooiers schuimig met 30 gram suiker, en roer dat er door.
Klop 3 eiwitten stijf en schep de helft daarvan door de rijst. Verdeel de helft van de rijst over het deeg in de taartvorm. Schep dan de rest van het eiwit door de rest van de rijst en verdeel dit weer over de vlaai, bovenop de eerste laag.
Bak 25-30 minuten op 220 graden. Net gebakken kaal het lekkerst, maar er zijn mensen die er nog slagroom op spuiten.
Ook het restje spinazie (wilde, de vorige dag kort geroerbakt met ui, knoflook, peperolie en gegarneerd met pijnboompitten) liet zich prima tot soepje verwerken. Uitje fruiten, nog wat knoflook erbij, dan met kippenbouillon en een schep turkse yoghurt staafmixeren. Snippers uitgebakken ontbijtspek erover.
Van de tweede helft van een rode kool salade gemaakt: eerst de water, wijnazijn en suiker koken en daar de fijngesneden kool in marineren. Voor het opdienen de kool uitlekken in een vergiet en vervolgens mengen met pecannoten, gorgonzola en gehalveerde druiven. Als je dat in huis hebt, tenminste – ik deed het met geitenfeta, pijnboompitten, rozijntjes en appel.
Geef er apart een dressing bij van een kleine ui, knoflook, mosterd, wijnazijn, honing, zout en notenolie – alles fijngeblenderd, de olie op het laatst in kleine beetjes toegevoegd.
Meer worsttapijt op http://www.wurstteppich.de/
Over van gisteren: puree van knolselderij, aardappel en grove mosterd. Als rondjes in een ovenschaal gelegd met wat broodkruim en een klontje boter erop. Er eerst nog wat in stukjes gesneden plakjes salami doorgeroerd. De salami hadden we laatst in de Plus van Vrouwenpolder als lunch voor de autorit huiswaarts gekocht. Van die grote plakken waarvan je je afvraagt waarom het geen cervelaat heet. Maar die dus voor knolselderijpuree gemaakt bleek.
tafelmanieren 